De crash van een Flying Fortress bommenwerper in de Spaarndammerstraat blijkt een van de slechtst gedocumenteerden te zijn. Zelfs in het grote verzamelwerk 'En nooit was het stil', waarin alle vliegtuigbewegingen boven Nederland worden genoemd, komt deze crash niet voor!
Ik was nog een kind toen het vliegtuig op mijn school neerstortte - tijdens de vrije woensdag-middag. Door deze persoonlijke betrokkenheid ben ik op zoek gegaan naar meer informatie.
Het resultaat leest u hieronder. Ik heb nog verschillende namen van personen die dit voorval van heel nabij hebben meegemaakt, maar de beste ooggetuigenverslag is toch wel het verhaal dat ik ontving van Ben van den Broek die op de Spaarndammerstraat 48 woonde. Zijn ouders hadden het daar het zeer bekende "beeldenwinkeltje".
Doelwit: Berlijn
De type plaatjes van de boordradio van het toestel. |
De derde en laatste vlucht van een Boeing B-17-G Flying Fortress (Vliegend Fort). Serienummer 42-107038.
Op 3 februari 1944 verlaat dit vliegtuig de fabriek van Boeing te Long Beach en werd afgeleverd aan de Amerikaanse Luchtmacht. Op 9 februari 1944 werd het vliegtuig overgedragen aan de 447ste Bomber Group (H), 710ste (H) Squadron. Na 43 dagen in actie te zijn geweest komt er op 22-3-1944 een eind aan vliegtuig als het neerstort in Amsterdam.
De bemanning bestond uit tien personen, te weten:
- Edward Welling Stull, 2de Luitenant, (1918-1992), piloot
- Samuel France Showalter, 2de Luitenant, (1919-2004), co-piloot
- Harold Joseph Grace, 2de Luitenant, navigator
- John Edward Tayloe, Sergant (1924-2008), bombardier
- Paul Joseph Geis, Sergant, top turret gunner
- David Eugene Stowers, Sergant, radio operator
- Frank Ignatius Barry, Sergant (1922-2011) bal turret gunner
- Alfred Sanchez, Sergant (1923), tail gunner
- Hermann Iventosch, Sergant, left waist gunner
- Louis Joseph Zommer, Sergant (1919), rigth waist gunner.
Foto uit een US Army voorlichtingsfilm. Zie enkele scenes uit die film: .MOV (1,2 Mb). |
Na enkele oefenvluchten op de thuisbasis in Amerika wordt het vliegtuig overgevlogen naar de luchtmachtbasis Rattlesden (station 126) in Engeland ten Noord-Westen van Londen. Voor de fatale vlucht waren twee succesvolle vluchten gemaakt.
Op 22 maart 1944 vertrekken zij op een missie welke in de USAAF Chronology voor het "European Theater of Operations" op deze dag wordt vermeldt:
"STRATEGISCHE OPERATIES (Achtste Luchtmacht): Missie 273: 474 B-17 en 214
B-24 bommenwerpers werden uitgezonden om luchtvaart fabrieken bij Oranienburg en Basdorf, Duitsland te bombarderen maar 80% tot 100% bewolking verhinderde een aanval; de bommenwerpers bombardeerden het secundaire doel, Berlijn, en gelegenheids doelen; de bommenwerpers dropten ook 6,368 miljoen folders; 1 bommenwerper werd onherstelbaar beschadigd en 347 bommenwerpers werden beschadigd; slachtoffers bestaan uit 20 WIA [gewond in actie] en 135 MIA [vermist in actie]. Details zijn:
1. 460 van 474 B-17's [Flying Fortress] bombardeerden Berlijn; 7 B-17's gingen verloren.
2. 196 van 214 B-24's [Liberator] bombardeerden Berlijn en 1 bombardeerden Heide; 5 B-24's gingen verloren.
Begeleiding werd verzorgd door 125 P-38's, 496 Achtste en Negende Luchtmacht P-47's en 196 Achtste en Negende Luchtmacht P-51's. Er is geen luchtgevecht en de enige melding is 1-0-0 Luftwaffe vliegtuig op de grond door P-47's. Details zijn:
1. 3 P-38's [Lightning] gingen verloren en 7 werden beschadigd; 3 piloten zijn MIA.
2. 5 P-47's [Thunderbolt] gingen verloren, 1 onherstelbaar beschadigd en 9 beschadigd; slachtoffers bestaan uit 1 WIA en 5 MIA.
3. 4 P-51s [Mustang] gingen verloren en 2 onherstelbaar beschadigd; 4 piloten zijn MIA."
Na het afgooien van de bommen waren zij weer op weg naar de thuisbasis. Tijdens die reis werden zij geraakt door Duitse FLAK (Flieger Abwehr Kanonen). Een verslag van Amerikaanse Luchtmacht omschrijft het als:
"Aangenomen wordt dat het vliegtuig door de Duitse FLAK is geraakt, motor 5 werd geraakt en rookte en de propeller van motor 4 is versplinterd. Het vliegtuig vervolgde de vlucht naar rechts en verliet de formatie en verloor hoogte en werd voor het laatst gezien boven de Zuiderzee waarbij 5-7 parachutes werden waargenomen."
Bestemming: Amsterdam
In de omgeving van Bremen gaf piloot Stull de opdracht aan vijf bemanningsleden om te springen, het waren: Stoyer, Barry, Sanchez, Eventosch en Zommer. Zij kwamen neer nabij de plaats Nordhorn (district Bentheim, Duitsland) en werden vrij snel krijgsgevangen gemaakt en overgebracht naar Dulag Luft, het ondervragingskamp voor geallieerden.
De laatst bekende locatie was op 22-3-1944 om 14.45 uur op het coördinaat 52.38 N-04.41 E nabij het vliegveld Bergen (N.H.). Het vliegtuig bevond zich ongeveer 6 kilometer van de Noordzee.
Een B-17 Flying Fortress boven een vliegveld in Engeland. (Foto beschikbaar gesteld door US Air Force Historical Research Agency) |
De co-piloot Showalter vertelde over de vlucht toen hij op 22 maart 1994, 50 jaar na de gebeurtenis, weer op de plek was waar hij op 23 maart 1944 in de Bremstraat was neergekomen:
“Het vliegtuig was weer op de terugweg naar de basis in Engeland na het bombardement op Berlijn. Het bleek dat het vliegtuig was geraakt in een van de vier motoren De brand kon tijdig geblust worden. Dat bleek uitstel van executie want het vliegtuig werd opnieuw getroffen. Deze keer trof een granaat behalve de vleugel ook het communicatiepaneel. Deze raakte defect waardoor de piloot moesten overschakelen op de handbediening. Het vliegtuig zakte echter steeds verder weg. Boven Purmerend heeft de bemanning nog geprobeerd de bedrading vast te zetten zodat het vliegtuig in de Noordzee zou neerkomen.”
Mede-bemanningslid John Tayloe vertelde in 2005 "Ik heb 'mijn' B-17 zelf niet zien neerstorten. Ik hoorde het later van de piloot, met wie ik samen gevangen zat in Amsterdam, dat het toestel op een school terecht was gekomen". Hij bezocht de plek waar hij per parachute terecht kwam en de plek waar het vliegtuig neerstortte in april 2005. Zie voor een volledig verslag van het bezoek 'Amerikaan terug in Holland'.
Piloot Sam Showalter bracht 50 jaar na dato, op 22 maart 1994, een bezoek aan de Bremstraat 23-25, Amsterdam-Noord, waar hij met zijn parachute op het dak neerkwam. Sam is in het voorjaar van 2004 overleden. |
Maar de piloot Stull neemt een fataal besluit en vliegt niet naar de Noordzee maar vervolgt de vlucht richting Purmerend. Bij Ilpendam verlaten drie bemanningsleden, Grace, Tayloe en Geis het toestel. Grace was de navigator en hierdoor wist de piloot vermoedelijk de weg niet meer en zwalkt het vliegtuig verder richting Amsterdam.
Bemanningsloos neergestort
De enige twee die overgebleven waren, zijn de piloot Stull en de co-piloot Showalter. In de omgeving van Durgerdam werden ze weer geraakt door Duits luchtafweergeschut. Vanuit Schellingwoude werden zij beschoten door een Duits oorlogsschip dat ter reparatie lag bij de scheepswerf A.D.M. aan de Meeuwenlaan.
In de omgeving van Amsterdam werd besloten dat Showalter het vliegtuig zou verlaten. Hij sprong en kwam terecht op het dak van een woning in de Bremstraat in Amsterdam-Noord. Binnen korte tijd werd hij door de Duitsers opgepakt.
Het dagrapport van de politie vermeldt hierover: "Rapport van O.W. Bartel (4104) dat ongeveer 15.20 uur een parachute, afkomstig uit een aangeschoten vliegtuig op het dak van Bremstraat nr. 8, alhier is neergekomen. De parachutist heeft vermoedelijk bij het neerkomen een been gebroken. Door een der aanwezige Duitsche militairen, is uit een geweer een schot gelost. De parachutist is door de Duitsche Weermacht medegenomen. Afschrift in viervoud naar kamer 16 H.B. Telexbericht verzonden (berichtendienst groep II No. 27)." (Bron: NIOD)
Toen zij over de stad vlogen werden zij tevens beschoten door een Duitse kanonnierboot van de Kriegsmarine die ter reparatie lag afgemeerd bij een revisiebedrijf aan de Korte Prinsengracht. Het vliegtuig wist hieruit weg te komen en ging richting Zaandam en richting Spaarndammerbuurt.
Er was geen houden meer aan en in de omgeving van de van Noordtkade (nabij het Wester Suikerfabriek) sprong de piloot Stull uit het vliegtuig waarbij hij vanaf de grond werd beschoten door Duitsers.
Hij kwam heelhuids op de grond terecht waar de Duitsers hem arresteerde. Enige ogenblikken later boorde het vliegtuig zich in de bovenverdieping van de R.K. lagere Sint Alfonsusschool in de Westzaanstraat 63. Er waren drie doden en vijf ernstig gewonden te betreuren.
Piloot Stull werd afgevoerd naar het Wester Gasthuis (Wilhelmina Gasthuis) waar hij Showalter, die bij het neerkomen zijn enkel had gebroken, weer tegenkwam. De drie bemanningsleden die neerkwamen bij Ilpendam werden naar Amsterdam gebracht.
Na een week werden zij gelijktijdig met Stull en Showalter op transport gezet naar het Durchgangslager der Luftwaffe Dulag Luft (nabij Frankfurt am Main). Ook de vijf bemanningsleden die neerkwamen bij Bentheim gingen hier naar toe.
De tien bemanningsleden kwamen later terecht in het krijgsgevangenkamp Bath Luft 1 bij Peenemünde. Ze
werden in mei 1945 bevrijd door het Russische leger en een half jaar later was de complete bemanning van de gecrashte bommenwerper weer thuis.
Plaats van neerstorten
Het verslag van de Luchtbeschermingsdienst der gemeente Amsterdam meldt op 22 maart 1944 dat er drie doden waren te betreuren waarvan het twee bij naam noemt en een derde als 'ongeïdentificeerd'.
- M. Baarslag, Grote Bickerstraat 59 I
- Fr. Houttuin, Orteliusstraat 285 III
- een niet geïdentificeerd persoon
Willem Jun (een zwager van Houttuin) had een groentewinkel in de Hembrugstraat. De Duitsers hadden zijn vrachtwagen in beslag genomen en ter vervanging had hij een muilezel (Jansje) en een kar gekocht. Op het moment van de ramp was Jun even thuis samen met Houttuin. De muilezel werd door het schieten onrustig en Houttuin probeerde het beest in bedwang te houden. Jun was hier niet bij, hij was in huis. Bij het neerkomen van de vleugel richting pastorie werden Houttuin en de muilezel geraakt. Door de brandende kerosine bleef er niet veel meer over dan de ijzeren delen van de kar.
Vijf zwaar gewonden werden in het Wester Gasthuis opgenomen:
- Gr. Faile-Jonkman, Westzaanstraat 65 III
- D. Kullman- Feind, Kinkerstraat 149 II
- van Saane, Sanderijnstraat 4 I
- J. Sijtzel, de Wittenkade 71 I (Is een paar uur na het ongeluk overleden.)
- C.Berlips- Rosenschoon, Westzaanstraat 65 II
Er was daarnaast één licht gewonde (H. J. Bon, Zaandammerplein 9 I).
Het rapport meldt tevens dat de volgende gebouwen werden beschadigd:
- Sint Vincentiusschool, Westzaanstraat (naam is onjuist)
- Westzaanstraat 56-58 en 65-67 (brand- en glasschade)
- Spaarndammerstraat 56-58 (brand- en glasschade)
- Westzaanstraat 12-24 (glasschade)
- Spaarndammerstraat 54 (glasschade)
Verder was er een nog gedeeltelijk gevulde benzinetank neergekomen in de tuin van de pastorie van de Maria Magdalenakerk aan de Spaarndammerstraat. De Feldgendarmerie werd daarover ingelicht.
Het inslagpunt aan de Westzaanstraat en het gebied eromheen. (Aangegeven op een fragment van een door de Engelse overheid tijdens de oorlog uitgegeven kaart van Amsterdam) |
Een rapport van 22 maart 1944 van de Staatspolitie (bureau Spaarndammerstraat 100) geeft de volgende informatie:
"Om 19.00 uur rapporteert de Opperluitenant van Manen, dat hedenmiddag omstreeks 15.15 uur een vliegtuig van tot nu toe onbekende nationaliteit, is neergestort, gedeeltelijk op de R.K. school in de Westzaanstraat en gedeeltelijk voor de pastorie van de R.K. Kerk in de Spaarndammerstraat. Door de ontstane brand kregen de school en woonhuizen in de Westzaanstraat brand- en glasschade. Zo ook de pastorie in de Spaarndammerstraat 11. Bij dit ongeval werden drie personen gedood, een derde slachtoffer is niet geïdentificeerd kunnen worden. Vier personen werden ernstig verwond."
De pastorie van de gesloopte Maria Magdalenakerk aan de Spaarndammerstraat 9. De losgebroken vleugel met brandstoftank kwam tegen dit gebouw aan. |
"Bovendien zijn verschillende mensen verbonden, die door glasscherven verwondingen hadden opgelopen. Zowel de doden als gewonden bevinden zich in het Wester Gasthuis (Wilhelmina Gasthuis, red.). Ook werd bij dit ongeval een paard gedood, het kadaver zal door het abattoir worden weggehaald. Vermoed wordt, dat zich in de cockpit, die op de school ligt, vliegpersoneel bevindt. Daarbij wordt door de politie gepost. Het verkeer is ongeveer twee uur gestremd geweest. In de omgeving van het ongeval wordt door personeel van de Orde-Politie toezicht gehouden."
Een samenvatting uit het dagboek van de brandweer, ook van 22 maart 1944:
"Om 15.32 komt bij de brandweer via acht telefoons en twee straatbrandmelders binnen dat er brand is in de Westzaanstraat en gedeeltelijk in de Spaarndammerstraat.
De brandweer rukt uit met groot materiaal, zij kwamen van de posten: Haarlemmerplein, Prinsengracht, de Ruyterkade, Rozengracht en Nieuwe Achtergracht, tevens stoomde ook de blusboot Jan van der Heijden naar de plek des onheil. Ook vertrok vanaf de Markthallen, Brouwersgracht en Tweede Helmerstraat de hulpposten. In totaal kwamen er op de brand af: 5 motorspuiten, 2 ladderwagens. 1 personeelswagen, 1 gereedschapwagen, 1 slangenwagen en 5 hulpmotorspuiten.
Het ging om een grote uitslaande brand, na 2.30 uur blussen was men de brand meester en het nablussen duurde 23 uur. In eerste instantie waren er 75 brandweerlieden met de brand bezig, maar in totaal namen 115 personen aan het blussen deel.
In totaal werd er 1.440 meter brandslang uitgerold en daarmee werd 336.000 liter Vechtwater en 576.000 grachtwater met 16 stralen op de brandhaarden gespoten. Het was die dag droog weer en de windrichting was matig Noord."
Ooggetuige-verslag
Op 15 september 2004 heb ik een oproep geplaatst in de rubriek "Hulplijn" van Radio Noord-Holland om te kijken of er iemand is die van dit ongeval een foto in bezit heeft. Een foto kwam niet te voorschijn, maar wel een twintigtal reacties. Onderstaand het ooggetuige-verslag van Ben van den Broek:
"Toen het vliegtuig neerstortte was ik thuis. Wij hadden het schieten op dat vliegtuig gehoord en zagen het als een aangeschoten vogel proberen te vluchten. Eerst richting Hembrug, toen richting Amsterdam-Noord en vervolgens recht op ons af.
De Westzaanstraat met nummer 24/4 waar een huis- en een zolderkamer door brand werd beschadigd. |
Wij stonden met een man of acht te kijken op de hoek Spaarndammerstraat - Westzaanstraat. Toen het vliegtuig recht op ons af kwam zijn wij gaan hollen richting ons huis. Ik stond daar met onder andere Boere Dirk van het café (Dirk de Vries - cafébaas op de hoek), Dik de Bruin (kruidenier naast ons) en Amende (melkboer naast ons). Het vliegtuig viel op de school waarbij één vleugel afbrak.
Gelukkig dat wij weg holden want een paar tellen later kwam de afgebroken vleugel met daarin een nog half gevulde benzinetank langs suizen. Een rechte lijn trekkend vanaf het dak van de school langs de huizen en schoof het over de grond de weg over tot tegen de zogenoemde salon van de Pastorie. Daar had niemand een kamer alleen had de Pastoor achter die salon zijn kamer aan de tuinzijde. Naast de salon was aan één kant de eetkamer van de Geestelijken en aan de andere kant de schutting van de tuin van het Zustersklooster.
In zijn val verloor het vliegtuig veel benzine door de gebroken leidingen en door het schuren langs dak en muren ontstonden vonken waardoor die benzine in brand vloog. Zo spoot er brandende benzine bij Tante Griet Faillé en Mevr. Berlips naar binnen waardoor zij zo gewond werden.
De straat zag meteen zwart van de rook en thuis zagen wij aan de achterkant van ons huis de stukken vliegtuigvleugel liggen en de ravage door de val. Wij woonden op no. 48 en op ongeveer no. 38 - 40 bij de familie Danko in de tuin was een groot stuk van een propeller neergekomen. Door de rook en het niet weten wat te doen zijn wij toen de buurt in gevlucht richting Verenigingsgebouw.
Daartoe moesten wij de Westzaanstraat oversteken en op het kruispunt leek het of de straat brandde. Brandende benzine stroomde over de straat met vlammetjes van zo'n 10 - 20 cm. Daar moesten we doorheen. Je liep eigenlijk met de massa mee.
Wij zijn toen met een man of vier bij de Familie Tilburg (Spaarndammerstraat 27) binnengelaten en hebben daar de eerste nadere berichten afgewacht. De twee vrouwen met brandwonden werden in eerste instantie naar het Verenigingsgebouw gebracht. Tante Griet (zoals wij haar noemden) was gelukkig niet aan haar gezicht verbrand maar wel aan haar armen. Mevr. Berlips was wel erg in haar gezicht verbrand.
De romp van het vliegtuig is uiteindelijk op de staat terecht gekomen waar wij als kwajongens cq. straatjongens nog dagenlang hebben lopen struinen naar bijzonderheden. In die tijd hadden wij veel glas. Stukken van bijna 5 cm. dik van de cockpit. Dat waren allemaal dunne lagen glas en iets van mica. Er was ook veel plexiglas en daar maakte een buurman armbandjes van voor de meisjes."
Ondergrondse in de problemen
De R.K. Lagere Sint Alfonsusschool in de Westzaanstraat werd ook gebruikt door het verzet. Het neerstorten van de bommenwerper gaf dan ook de nodige problemen. Hoe en door wie de school precies voor verzetsdaden werd gebruikt is echter onduidelijk.
Suasso da Limo de Prado, een van de leraren en tevens Portugese Jood, zou betrokken zijn geweest bij het verstoppen van munitie en onderduikers in de school. Hoofdmeester J.A. Keepers zou daar ontzettend kwaad over zijn geweest omdat het de kinderen in gevaar zou kunnen brengen.
De dochters van Keepers (destijds rond de 10 jaar) herinneren zich dat hun vader zelf lid van de ondergrondse was. 's Avonds en 's nachts zou hij betrokken zijn geweest bij vergaderingen van de ondergrondse, sluisde men onderduikers en Engelsen door en waren er wapens en munitie in de school verstopt.
Toen de bommenwerper was neergestort moest er snel een andere locatie gevonden worden en was men bang dat de Duitsers de verborgen wapens zouden vinden. In ieder geval Keepers is toen gedurende een onbekende periode ondergedoken geweest. Zijn vrouw en waarnemend schoolhoofd A. Koenis werden een paar keer door de Duitsers naar de school meegenomen om de bergplaats aan te wijzen.
Later heeft de Grune Polizei zijn vrouw, zijn twee dochters en de heer Koenis tegen de muur gezet met twee bewapende Duitsers ervoor. Geen van de betrokkenen zou de bergplaats geweten hebben en de Duitsers hebben ook niets gevonden.
Leerlingen
Mijn broer en ik zaten in die tijd op de Sint Alfonsiusschool. Het was woensdagmiddag en ik had vrij maar mijn broer moest ’s-middags terug komen voor zangles.
Als door een wonder bleek dat de repetitie niet door ging omdat de zangleraar plotseling ziek was geworden. Als de les wel door was gegaan, dan zouden vermoedelijk alle dertig leerlingen gedood zijn omdat het vliegtuig precies op dit lokaal neerkwam.
Ook zou hoofdmeester Keepers met een aantal zesde-klassers (groep acht) op de bovenste verdieping hebben afgesproken. Zij zouden namelijk sinaasappelen, die in de oorlog gratis werden verstrekt, uitzoeken.
Na een half uur werd hij voor een spoedvergadering weggeroepen door zijn uitgever in ’s-Hertogenbosch - hij schreef een nieuwe taalmethode - en werden de jongens naar huis gestuurd...
De persoonlijke betrokkenheid is dan ook de reden waarom ik nog steeds bezig ben om uit te zoeken wat er toen heeft plaats gevonden. Ik heb verschillende archieven, zoals die van brandweer, politie en NIOD, doorzocht om aan informatie te komen en dat is mij maar ten dele gelukt.
Indien u over meer gegevens beschikt of in het bezit bent van een foto, wilt u mij hiervan dan deelgenoot maken?
Emiel Ros
Bronnen
- Missing Air Crew Report (MACR3338).
- Krantenknipsel uit een krant gevonden in het verzetsmuseum te Amsterdam.
- Uittreksel uit het dagrapport van de Luchtbeschermingsdienst van 18-25 maart 1944, Stadsarchief te Amsterdam.
- USAAF Chronology.
Dank aan Ben van den Broek voor de drie foto's en zijn getuigenverslag van dit voorval.
Links
Stadtverteidigungsbereich Amsterdam, waaronder de luchtafweer.
De Westerpark Dichter over de bommenwerper.